Bij mij komt de beschuldiging via de mail. Tussen de binnenkomende
berichten zie ik het woord ‘bronverwijzing’ staan. Mijn hart bonkt. Gebeurt nu
waar ik altijd bang voor ben als ik een nieuw boek publiceer? Dat er iemand
opstaat en zegt: dit slaat nergens op! Dit is jatwerk! Inbreuk op de privacy!
Dit boek deugt niet. Die Karsten deugt niet.
En ja hoor. In de mail staat dat de vragen die ik noem op
bladzij 108 van mijn vier jaar geleden verschenen boek Daar ga ik weer, herken je stresstype bijna woordelijk overeenkomen
met de vragen uit De vier vragen die je
leven veranderen van Katie Byron.
Wat? Ik ken de naam
Katie Byron, maar ik heb haar boek nooit gelezen. Dat schrijf ik de mailer. Maar
ze houdt aan: plagiaat!
Help! Heb ik de boel belazerd? Niet bewust. Maar maak dat
maar eens duidelijk.
Onder het kopje ‘Is het echt waar wat ik denk’ staat het
verhaal van een cliënt die zich waardeloos voelt omdat ze een simpele opdracht
niet kan uitvoeren (p,108). Destijds vroeg ik haar wat haar had geholpen om van
dat gevoel af te komen. Dat waren vier vragen die een vriendin haar had voorgehouden.
In het boek staat: “Een trouwe vriendin legde haar de vragen voor die haar zelf
ook helpen…” Daarna vermeld ik die vragen. Het is een aardige variant op de
vragen die ik normaal gebruik.
Is dat plagiaat? Had ik moeten uitzoeken aan wie ze die
vragen ontleende? Wellicht. Een volgende keer zal ik in ieder geval nog
voorzichtiger zijn met dit soort dingen.
Herstel
Hoe herstel je je emotionele evenwicht na zo’n al of niet
terechte beschuldiging? Zelf ben ik van mijn stress afgekomen door mijzelf die
vier vragen van Byron voor te leggen.
Dit zijn ze.
Is het echt waar dat je faalt en waardeloos bent, kun je dat bewijzen?
Heb ik gefaald omdat ik de
vragen zoals de cliënt die mij voorhield heb gebruikt in mijn boek zonder me af
te vragen waar die vragen vandaan komen?
Het gebeurt vaak dat ik cliënten
vraag wat ze geholpen heeft als ze zich beter voelen. Soms is het door iets van
de behandeling, maar vaak genoeg ook door een boek dat ze lezen of door een
gesprek met een goede vriend of vriendin. Als ik denk dat anderen daar mogelijk
ook mee geholpen zijn, dan schrijf ik dat op en soms komt dat in een column
terecht of in een boek. Doorgaans vraag ik de cliënt toestemming om te citeren,
maar als ik iemand niet meer zie, schiet dat er wel eens bij in. Ik let er
altijd op dat mijn cliënten niet worden herkend in de beschrijvingen die ik
gebruik en verander namen, beroepen, geslacht en omstandigheden. Als het
psychologisch mechanisme maar duidelijk wordt. In dit geval was mijn bedoeling
goed en heb ik over het hoofd gezien dat een ander het als plagiaat kon zien.
Is het echt helemaal zeker dat het waar is dat ik faal?
Natuurlijk maak ik wel eens een
fout, schiet ik wel eens tekort, maar dat betekent niet dat ik als mens faal.
Met deze zelf kwellende gedachten kan ik maar beter stoppen, zeg ik tegen mezelf,
net als mijn cliënte dat zei. Ik ben oké, ook al doe ik wel eens iets fout.
Hoe reageer ik en wat gebeurt er als ik in deze gedachte geloof?
Ik schaam me. Dat brengt me
terug naar een jeugdervaring. Ik werd beschuldigd een zonnebril kapot te hebben
gemaakt. Ik bloosde toen me werd gevraagd of
ik het had gedaan. De blos was voor
de ander het bewijs van mijn schuld. Al had ik het niet gedaan, ik voelde me
naar, omdat de ander me als schuldig zag.
Wie ben ik zonder deze gedachte?
Zonder die gedachte verdwijnt de
schaamte, en verdwijnt het gevoel te falen. Het is een simpele en effectieve
vraag. Deze vraag sprak mijn cliënt ook aan. Ze dacht: Ik ben gewoon net zo oké als ieder ander. Deze bevestiging
komt uit haar therapie met EMDR, waarin ze had gewerkt aan ervaringen waarop ze
een negatief zelfbeeld baseerde.
De vier vragen van Katie Byron
hebben me geholpen de gevoelens van stress te bestrijden die het gevolg waren
van de beschuldiging van plagiaat. Het werkzame erin is dat je niet onnodig er
een schepje bovenop doet en jezelf afwijst, maar inziet dat je soms fouten
maakt en soms onterecht van iets beschuldigd kan worden. Eerder een reden voor
wat vlijt, dan voor zelfverwijt.