zaterdag 15 november 2014

Zwanger en alleen

Kylie, 28, heeft een topfunctie bij een mediabedrijf. Ze is lesbisch en heeft altijd een sterke kinderwens gehad. Zo’n jaar geleden verbrak ze een relatie met een vriendin omdat die niet wilde dat Kylie zwanger zou worden. Kylie koos ervoor alleen verder te gaan en via een goede vriend werd ze snel zwanger. Tijdens de zwangerschap wordt ze overvallen door een heftige depressie. Wat helpt?

Kylie huilt. Het negen-maanden-dagboek dat ze van een vriendin heeft gekregen blijft leeg. Waarom zou ze iets opschrijven? Wat moet haar kind later met haar zwartgallige gedachten?

Eufoor over de zwangerschap had Kylie snel een huis gekocht en met haar familie afspraken gemaakt over oppasdagen. Maar de  roze  wolk van het vervulde verlangen verdampte, geplaagd als ze werd door negatieve gedachten.

Halverwege haar zwangerschap worden de depressieve klachten ernstiger. Ze mist haar ex en kan zich een leven zonder haar niet voorstellen. Na een paar therapeutische sessies lukt het haar vrede te hebben met de verbroken relatie. Maar dan wordt ze overspoeld door het verdriet van een  andere verbroken relatie.

Ze is somber, slaapt slecht, denkt haar zwangerschap niet te kunnen voldragen. Het is alsof de toekomst voor haar is afgesloten.

Zwangerschapsdepressie

Kyle heeft last van een zogenoemde prenatale depressie. Die komt minder voor en is ook minder bekend dan de postnatale, waarover ik in Tot Hier en Niet Verder (p. 110) heb geschreven.  Ongeveer één op de twintig vrouwen heeft er last van.

De prenatale depressie kan worden bestreden met vitamine B6 en visolie. In ernstige gevallen bestaat de mogelijkheid van  hormoontherapie en antidepressiiva (www.kraamtranen.nl).

In het artikel Tranen met Tuiten in De Psycholoog van november 2014 geeft de onderzoekster aan de Erasmus universiteit, dr. Fabiënne Naber, aan dat een prenatale depressie de kans op een huilbaby zou kunnen vergroten. Moeder en baby kunnen zo verder in een negatieve spiraal raken.

Coaching

Kylie raakt in paniek bij de gedachte er alleen voor te staan en zonder relatie te zijn. Voortdurend vraagt ze zich af waarom ze eerdere relaties heeft verbroken. In termen van mijn stressmodel heeft Kylie problemen op het gebied van hechting en maakt het alleen er voor staan haar angstig.

Het verdriet over het verlies van belangrijke hechtingsfiguren en de angst voor de toekomst zouden goed met de effectieve traumaverwerkingstheraptie EMDR behandeld kunnen worden. Maar vanwege haar zwangerschap wil Kylie dat liever niet. In plaats daarvan krijgt ze een behandeling met de HAT (Tot Hier en Niet Verder, p. 145). Daarmee verwerkt ze succesvol de traumatische ervaringen rond haar ex-partners.

Om niet alleen maar achterom te kijken, geef ik haar de suggestie te gaan daten. Daar kan ze zelfs even om lachen. Verder krijgt ze steun van vriendinnen, die haar ook aanbieden dat ze bij hen kan blijven slapen, zodat ze niet alleen hoeft te zijn.

Toch blijft Kylie zich alleen voelen. Ze herkent zich niet in verhalen over moeizame zwangerschap, zoals Krijg Nou Tieten van Claudia de Breij, omdat die niet over alleenstaande vrouwen gaan.

Suggesties


Ik zie Kylie regelmatig en heb eens in de twee dagen email-contact, waarin ik haar onder ander wijs op leuke apps die helpen om je prettiger te voelen. Ik vraag me af wat nog meer kan helpen. Heb je tips op het gebied van voeding of medicatie? Ken je ervaringsverhalen of goede boeken? Ik hoor het graag.

woensdag 5 november 2014

Ontbreken sociale steun erger dan werkstress

In deze Week van de Werkstress wijzen verschillende mensen erop dat stress op het werk niet de enige oorzaak is van burn-out zoals minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het voorstelt. Volgens Bram Bakker gaat het vooral om de balans tussen inspannen en ontspannen. (NRC Handelsblad 5 nov.) Rutger Bregman (De Correspondent) wijst erop dat werkstress geen probleem is van teveel druk op het werk, maar van sociale organisatie: flexibilisering van het werk, lage lonen in de zorg, beperkte kinderopvang, en nauwelijks ouderschapsverlof.

Allemaal waar, maar er is nog iets wat volgens cijfers van CBS nog veel zwaarder weegt: het gebrek aan sociale steun. Het probleem is niet hoe hard je moet werken, maar hoe je met elkaar omgaat op het werk. Wie zich gewaardeerd en gesteund voelt, kan zonder problemen veel meer werk verzetten dan iemand die het gevoel heeft genegeerd, gekleineerd of gepest te worden.
Op een training bij een ROC sprak ik een conciërge die veel last heeft van werkstress. Dat komt vooral door zijn directeur, zegt hij, die hem allerlei vervelende taken opdraagt. In een functioneringsgesprek geeft hij aan dat hij zoveel moet doen dat zijn lunches erbij inschieten. Daarop besluit de directeur om een aantal taken van de conciërge aan anderen te delegeren. De conciërge voelt zich geminacht, omdat de directeur dit deed zonder overleg en raakt daardoor nog meer gestrest. Hij slaapt slecht en staat op het punt zich ziek te melden.
Ik vraag hem of hij de actie van de directeur om hem werk af te nemen ook anders kan zien. Je kunt je ook voorstellen dat de directeur hem gewoon helpt. Ja, zo kun je er ook tegenaan kijken, zegt hij aarzelend. De week daarop laat hij me weten hoe hij geniet van zijn lunchpauzes. Hij voelt het nog niet helemaal als steun, wat zijn directeur deed, maar de stress is weg.
Uit onderzoek van het CBS blijkt dat burn-outklachten vooral voorkomen kunnen worden door een goed sociaal klimaat. Van de werknemers die vinden dat zij weinig steun van collega’s en leidinggevenden krijgen, bijvoorbeeld om het werk gedaan te krijgen, ervaart 37 procent burn-outklachten. Bij werknemers met meer steun is dit slechts 11 procent. De bijgaande grafiek laat dit mooi zien.

Aandeel werknemers met burn-outklachten naar kenmerken werk, 2011


Ook uit neurobiologisch onderzoek , onder andere van Shelley Taylor, blijkt dat elkaar steunen stress vermindert, omdat je het beschermingshormoon oxytocine aanmaakt. Het heeft dus zin in de aanpak van chronische stress vooral te letten op hoe je sociaal en collegiaal gedrag kunt versterken. Hechting aan elkaar en het bedrijf. Dit onderstreept het belang van de hechtingscirkel. Meer empathie op de werkvloer vermindert werkstress.