In het Volkskrant Magazine van afgelopen weekend stond het verhaal van Dani. Dani is 40 jaar getrouwd, en moeder van twee jonge kinderen. Op een avond gaat ze stappen met vriendinnen. Aan het eind van de avond loopt ze met een onbekende man een steegje in en ze zoenen heftig. Het erotisch plezier dat Dani ervaart laat haar niet meer los. Ze gaat steeds vaker op zoek naar de roes van de lust. Ze is de hele dag met verschillende mannen aan het appen, gaat met ze naar bed en brengt ondertussen haar kinderen onder bij haar ouders.
Ze vindt het spannend en normaal, houdt het een tijd vol, maar uiteindelijk gaat het mis. Door alle opwinding stijgt haar adrenaline niveau, waardoor ze hartkloppingen krijgt. En ze is bang dat ze de band met haar gezin verliest. Uiteindelijk besluit ze naar een psycholoog te gaan.
De psycholoog verklaart haar gedrag vanuit haar jeugd. Ze had een ongelukkige en kille moeder die haar kinderen nooit prees of knuffelde. Van de psycholoog mocht Dani de snoepdoos met mannen best binnen handbereik houden, mits ze zich niet misselijk at.
Doordat de psycholoog haar gedrag accepteerde, accepteerde Dani ook zichzelf, waardoor de behoefte aan permanente aandacht van mannen afnam. Nu klikt ze alleen nog maar op contactsites als ze zich verveelt. Zodra iemand reageert, klikt ze haar profiel weg.
Normatief kader ontbreekt
De seksverslaving van Dani is om verschillende redenen een moderne verslaving. Laten we beginnen bij de aanleiding. Je gaat een avondje stappen, hebt wat gedronken en zoent met een vreemde man. Moet kunnen. – Nee, natuurlijk vinden we dat het niet kan, maar niemand zal dit als een zware zonde betitelen. Een beetje experimenteren. Onafhankelijk gedrag. Voor sommigen is dat juist iets positiefs. Het is in ieder geval niet zo, dat Dani dit onmiddellijk als zonde ervaart. Zelf zegt ze: “Schuldig voelde ik me niet. Op een of andere manier had ik dit nodig, het was een onmiddellijke verslaving.”
Dat is aspect nummer één van de moderne verslaving: we missen een sterk normatief kader over wat goed en slecht gedrag is.
Verslaafd aan gedrag
Het volgende moderne aan Dani’s verslaving is het type verslaving. Seksverslaafd. Dat kon vroeger helemaal niet. Je was een heks, promiscue, of een gevallen vrouw. Maar verslaafd, nee. Verslaafd kon je alleen zijn aan middelen, zoals alcohol, drugs of tabak, Middelen die de chemie in je lichaam veranderen waardoor je er lichamelijk afhankelijk van wordt.
Pas sinds het nieuwe psychiatrisch handboek DSM-5 van mei 2013 is er een psychiatrische diagnose voor verslaving die niet is gebaseerd op het gebruik van middelen. We hebben het dan over gokverslaving. Volgens de vijfde editie van dit internationale handboek voor psychiatrische stoornissen ben je gokverslaafd als je vier of meer van de volgende symptomen vertoont
- Tolerantie, ofwel je moet meer doen om dezelfde opwinding te verkrijgen
- Onthoudingsverschijnselen bij poging te minderen of te stoppen.
- Aanhoudende wens of mislukte pogingen om te beheersen, minderen of te stoppen.
- Is veel in gedachten bezig met gokken
- verslavingsgedrag treedt op bij naar voelen (hulpeloos, schuldig, angstig, bedroefd)
- Na geld verloren te hebben de volgende dag terugkeren om het goed te maken
- Liegt om de omvang van het gokken te verbergen
- Minder aandacht besteden of opgeven van sociale contacten, hobby’s, werk opleiding- of carrièremogelijkheden.
- Op anderen vertrouwen om je uit de financiële nood te helpen.
Om binnen de categorie ‘verslaving’ te vallen moet dit gedrag geen onderdeel zijn van een andere stoornis, bijvoorbeeld een bipolaire stoornis. Voor andere gedragsverslavingen dan gokken zijn de criteria 7 en 9 niet relevant. Daarvoor geldt het voldoen aan 3 van de 7 criteria.
Wat hier over gokverslaving wordt gezegd, kan net zo goed gelden voor andere vormen van gedrag; zoals verslaving aan shoppen, aan gamen, aan seks … of noem het maar op. Waar het om gaat is dat je nare gevoelens probeert te verdoven door een handeling te verrichten die je kortstondig een gevoel van euforie geeft, die spoedig uitdooft en om steeds sterkere prikkels vraagt om onderhouden te worden. Daarmee raak je gevangen in een cirkel van afhankelijkheidsgedrag die normaal sociaal functioneren in de weg staat.
|
Afhankelijkheidsgedrag |
Als verslaving gedrag is dat iemand niet kan laten, waarover hij geen controle heeft, zich ertoe gedwongen voelt, ook al is het schadelijk voor relaties en gezondheid, dan zijn dit inderdaad vormen van verslaving. De schade voor de gezondheid zit voornamelijk in het psychisch en sociaal lijden, maar lichamelijke schade kan ook optreden. De seksverslaafde kan zichzelf verwonden door de aard en frequentie van zijn seksuele gedrag, hij kan bijvoorbeeld een seksueel overdraagbare aandoening oplopen of met het hiv-virus besmet raken. De lichamelijk schade bij eetstoornissen bestaat bijvoorbeeld uit de kans op overlijden aan anorexia nervosaa. Een tekort aan de elektrolyten natrium, kalium en chloride kan optreden bij iemand die lijdt aan vreetbuien en gewichtstoename beperkt door zelf opgewekt braken of gebruik van laxeermiddelen.
Dus naast het ontbreken van een sterk normatief kader, is ook het type verslaving van Dani modern. Dan komen we op het derde moderne aspect van Dani’s verslaving: de verklaring van de psycholoog.
Nare gevoelens
De psycholoog verklaart Dani’s verslaving vanuit haar ongelukkig jeugd. Doordat Dani in haar jeugd het gevoel heeft gekregen niet belangrijk te zijn, is ze nu extra gevoelig voor bevestiging die ze krijgt van mannen die haar begeren. Helemaal niet erg zegt de psycholoog. Als je je leven maar weer op de rails krijgt. Zo kan de een haar gevoel van minderwaardigheid compenseren door zich steeds in nieuwe kleren te steken, like’jes op Facebook te scoren of al gamend iedereen te verslaan. Waar het om gaat is dat verslaving hier wordt verklaard door een mechanisme van overcompensatie.
Neurobiologie
Wat we tot nu toe hebben gezien is dat de moderniteit van de verslaving gaat over de afwezigheid van een strenge moraal, en dat alles aanleiding kan zijn om een naar gevoel te compenseren. Komen we op het vierde punt van de moderne verslaving en dat is de neurobiologische verklaring.
Vanuit het moderne hersenonderzoek is de seksverslaving van Dani goed te begrijpen. De verslaving van Dani komt overeen met andere vormen van verslaving in de zin dat deze handelingen de huishouding van de neurotransmitters beïnvloeden. Neurotransmitters zijn stoffen die de doorgifte van prikkels in de hersenen beïnvloeden. Net als drugs kunnen seks, eten en shoppen zorgen voor een dopaminepiek. De emotionele hersenen worden geactiveerd en het beloningscentrum in de hersenen (nucleus accumbens) trakteert op kortstondig genot. Bij vrijen, eten of nieuwe spullen kopen gedraagt iemand zich doelgericht en stimuleert hij het brein door zichzelf te belonen. Een voldoende niveau aan neurotransmitters levert een prettig gevoel op.
Gedrag dat een kick geeft, heeft de neiging zich te settelen en tot een verslaving uit te groeien. Dat komt vooral doordat het als prettig ervaren gedrag een steeds grotere plek in het geheugen gaat innemen. Bovendien wordt het gedrag naarmate het vaker plaatsvindt, steeds vaker gekoppeld aan allerlei situaties (bijv. schoenen kopen in een schoenenwinkel). Bij terugkerende situaties ((bijv. een schoenenwinkel zien) ontstaat een sterk verlangen te gaan kopen. Het rationele deel van de cortex zal proberen dit verlangen te temperen. Bij verslaafden of mensen die vatbaar zijn voor verslaving functioneert de cortex minder goed. De impuls wordt niet weerstaan. Er wordt al gekocht voordat de koper zich dat realiseert. Het gedrag is als het ware automatisch geworden.
Deze automatisering van het gedrag is de spelbreker en zorgt voor een omslag in het gevoel. De lust slaat om in leegte, het gedrag wordt routine zonder er nog vreugde aan te beleven. De automatisering zorgt ervoor dat de frontaalkwab geen rol meer speelt en dat het gedrag dus ook niet meer gestuurd kan worden. De kern van de moderne verslaving is dat het gaat om ingesleten gedrag, een routine die niet gemakkelijk te doorbreken valt en waaraan weinig vreugde wordt beleefd. Het ingesleten gedrag kan mensen jarenlang parten spelen en tot wanhoop drijven. Het zoogdieren- en reptielenbrein dwingt haast het gedrag voort te zetten. De neocortex, het rationele deel van het brein dat handelingen aanstuurt, staat buiten spel.
Natuurlijk raakt niet iedereen verslaafd. Sommige mensen hebben een betere impulscontrole dan anderen. Ook scheelt de gevoeligheid voor kicks per persoon. Mensen zijn wel gevoeliger voor verslaving als hun dopamineniveau laag is, zoals in tijden van stress, en in sommige levensfasen, zoals in de puberteit wanneer de nucleus accumbens nog niet optimaal functioneert.
Verslaafde muizen In 1954 stak een Amerikaanse onderzoeker per ongeluk een elektrode in het beloningscentrum van een muis. De muis waardeerde dat zeer, hoefde niet meer op een andere manier vermaakt te worden. De onderzoeker plaatste een hefboom in het hok en door te duwen op de hefboom kon de muis zelf de elektrische prikkeling opwekken in het beloningscentrum. Dat deed hij wel vijfduizend keer per dag. De muis at niet meer, dronk niet meer, sliep alleen af en toe als hij omviel van de slaap. Met de jacht op de kick dreigde de muis zichzelf ten gronde te richten.
Later werd dit experiment herhaald met mensen. Ook bij hen leidde de prikkeling van de nucleus accumbens tot verlangen naar meer. Maar, zo viel het de onderzoeker op, ze keken er niet blij bij.
Gedrag bestempelen als verslaving is problematiseren wat er gebeurt: het wijkt af van het normale. De term ‘verslaving’ verwijst naar medicalisering: aan het gedrag ligt een stoornis ten grondslag. Iemand is verslaafd als hij ervaart iets niet uit vrije wil te doen, zich gedwongen voelt en handelt tegen beter weten in. Hij verliest de controle over het eigen handelen.
Behandeling
Dan het laatste moderne punt van Dani’s verslaving: de behandeling. In de moderne behandeling van verslaving zien we zowel de psychologische als de neurobiologische verklaring terug. Het ervaren psychologisch tekort dat een schadelijk neurobiologisch systeem in gang heeft gezet, moet worden gestopt. Dat kan door de ervaring van het tekort op te heffen, en/of door het neurobiologisch systeem te doorbreken.
Bij Dani werd de ervaring van het tekort opgeheven doordat de psycholoog haar gedrag niet afwees. Het was oké wat ze deed, als ze haar leven maar weer een beetje op orde kreeg. “Ik ben dus zo slecht nog niet,” kan Dani hebben gedacht, waardoor de behoefte aan permanente erkenning via seksuele handelingen afnam.
Je kunt de behandeling ook op neurobiologisch niveau aanpakken en ervoor zorgen dat de craving, of dat nu naar seks is, eten, hongeren of shoppen, vermindert. Gezien het biologisch substraat van de behoefte en de kick die de bevrediging geeft, kunnen hiervoor medicijnen gebruikt worden of EMDR.
In tweede instantie kan in de behandeling dan aandacht worden besteed aan de achterliggende problematiek. In alle gevallen is het van belang de verleiding voor het verslavende gedrag zoveel mogelijk te beperken om terugval te voorkomen. Het einddoel voor behandelaar en cliënt is dat de cliënt een leven heeft opgebouwd met een zinvolle invulling voor relaties, werk en vrije tijd. Gedurende de behandeling moet dan ook worden gezocht naar concrete nieuwe invulling van deze gebieden.
Alles overziend kunnen we de moderne verslaving beschouwen als de gemakkelijke verstoring van een ecosysteem, - of misschien kunnen we hier beter spreken van een ‘egosysteem’ - doordat er een streng normatief kader ontbreekt, en er duizend en een mogelijkheden op de loer liggen om het geringste gevoel van onlust te compenseren. Dit zet vervolgens een neurobiologisch systeem in gang, dat moeilijk te stoppen is.
-------------
Dit is de tekst van mijn verhaal voor Blender #4 Moderne verslavingen; Tolhuis, Amsterdam 29 januari