donderdag 30 juli 2015

Stresslessen van mensen die met de dood bedreigd zijn

Met de dood bedreigd worden is de allerergste vorm van stress. Hoe gaan mensen daarmee om en wat kunnen we daarvan leren?
Hoe laten mensen hun stress weer los als de gevreesde executie uiteindelijk niet plaatsvindt? Wat kun je daarvan leren in de omgang met mindere vormen van stress?
Ik kwam op die vraag na het lezen van een interview met de gegijzelde drukker Michel Catalano. Zijn eerste moment van doodsangst doorstond hij toen de terroristen, die eerder de redactie van Charlie Hebdo hadden aangevallen, op 9 januari aanbelden bij zijn drukkerij. In een reflex spoorde hij zijn medewerker aan om zich te verbergen. Tegen de terroristen zei hij dat hij alleen in het pand was. Hij zette koffie voor ze en behandelde hen als gewone mensen. Vooral dat heeft er voor gezorgd dat hij in leven is gebleven, meent Catalano.
De bedreiging van Catalano deed me denken aan een oorlogservaring van mijn vader. Hij was ondergedoken, werd verraden en vanuit de gevangenis naar het werkkamp Wilhelmshaven gebracht. ‘Du wirst erschossen’, kreeg hij te horen toen de Duitse bewakers bij een zoekactie in het kamp zijn geheime documenten vonden. In feite waren het gedichten van zijn vader die hij zou uittypen. Achter iedere regel stond een cijfer dat aangaf hoeveel woorden er in de regel stonden. Dat werd als geheimschrift geïnterpreteerd. Mijn vader werd in een gang tegen de muur gezet en wachtte de executie af. Waarom dat uiteindelijk niet is gebeurd, is hem nooit duidelijk geworden. Maar hij raakte niet in paniek, vertrouwde erop dat hij zou thuiskomen, of het nu in de hemel was of in Groningen.
Zowel mijn vader als Michel Catalano heeft een bewust beleefde en reële kans om doodgeschoten te worden, overleefd. Voor een deel is dat geluk, maar het heeft zeker ook te maken met de manier waarop ze de doodsdreiging tegemoet zagen. En wat misschien nog wel meer opvalt, is dat ze ook achteraf in staat waren de traumatische ervaring te verwerken. Wat deden ze om hun stress te beheersen en later weer los te laten?

Iets kunnen doen

Bij het verhaal van Michel Catalano valt op dat hij in een schijnbaar machteloze situatie eigen initiatief heeft kunnen tonen. Hij beschermde zijn medewerker, zette koffie en ging in gesprek met de daders. Dat gevoel, zelf invloed uit te kunnen oefenen in een situatie waar je compleet machteloos lijkt, helpt enorm om je staande te houden op het moment zelf, en je achteraf niet alsnog overmand te voelen door de doorstane stress. In zijn boek The body keeps the score toont traumadeskundige Bessel van der Kolk ook aan dat mensen die zelf initiatief hebben kunnen nemen in situaties van extreme stress, zoals bij een grote ramp, hun stresshormonen positief gebruiken, waardoor ze minder kwetsbaar zijn voor traumatisering.
In het dagboek van mijn vader staan observaties over wie het wel en wie het niet redden in het werkkamp. Mensen die geobsedeerd waren door het verleden en eindeloos praatten over wat ze vroeger aten en hoe vrij ze zich voelden, zag je met de dag zwakker worden, terwijl mensen die zich bekommerden over medekampbewoners en die zich in gedachten richtten op hun leven na het kamp er veel beter aan toe waren. Mijn vader putte kracht uit het beschrijven en nadenken over dit soort observaties, en door zich af te vragen wat hij hier later mee zou gaan doen.

confrontatie

Michel Catalano gaat in het interview uitvoerig in op de manier waarop hij de doodsbedreiging probeerde te verwerken. In eerste instantie verlangde hij er vooral naar dat alles weer bij het oude zou zijn. Toen hem duidelijk werd dat dat niet zou gebeuren, wilde hij alles achter zich laten en een nieuw leven beginnen. Uiteindelijk beseft hij dat hij zo niet aan de verwerking van zijn trauma toekomt. Hij moet leren omgaan met zijn herinneringen. En als het hem allemaal teveel wordt, zoek hij tijdelijk afleiding.

afleiding 

Als hij niet kan slapen, pakt hij zijn tablet en luistert hij naar programma’s als Des racines et des ailes, over de schoonheid van het Franse landschap. Door te luisteren zonder de beelden van het landschap te zien, zet hij zijn hersens aan het werk en dwingt hij zich het positieve te verbeelden. Hij ziet bijvoorbeeld de magnifieke kust van Bretagne voor zich. Soms zijn de beelden van de gijzeling sterker en komen ze erdoorheen, maar vaak helpt het hem.

levenslust

Ruim een half jaar na de gijzeling bouwt Catalano zijn leven weer op. Hij heeft weer zin om te lachen, en denkt dat de joie de vivre wel weer terug zal komen. Mensen in zijn omgeving zijn pessimistischer geworden door wat er gebeurd is. Hij niet, hij is blij het overleefd te hebben.

vooruitkijken

De stresslessen van Michel Catalano en mijn vader komen overeen met wat anderen zeggen over het overleven van deze vorm van extreme stress: kijk wat je zelf nog kunt doen, ook, en vooral, in situaties waarin je totaal machteloos lijkt. Mentaal actief blijven, en je gedachten op de toekomst richten, is het beste wat je kunt doen in situaties van extreme stress.
-------------------------------
Deze column verscheen ook in Intermediar

vrijdag 12 juni 2015

Door de mand vallen


Iedereen heeft er wel eens last van: de angst dat anderen ontdekken dat het niets voorstelt wat je doet, dat je door de mand valt, ontmaskerd wordt, als charlatan wordt afgeschilderd. Of het nu werkelijk gebeurt of alleen in je fantasie: het zorgt voor stress. Wat kun je eraan doen?

Bij mij komt de beschuldiging via de mail. Tussen de binnenkomende berichten zie ik het woord ‘bronverwijzing’ staan. Mijn hart bonkt. Gebeurt nu waar ik altijd bang voor ben als ik een nieuw boek publiceer? Dat er iemand opstaat en zegt: dit slaat nergens op! Dit is jatwerk! Inbreuk op de privacy! Dit boek deugt niet. Die Karsten deugt niet.

En ja hoor. In de mail staat dat de vragen die ik noem op bladzij 108 van mijn vier jaar geleden verschenen boek Daar ga ik weer, herken je stresstype bijna woordelijk overeenkomen met de vragen uit De vier vragen die je leven veranderen van Katie Byron.

Wat? Ik ken de naam Katie Byron, maar ik heb haar boek nooit gelezen. Dat schrijf ik de mailer. Maar ze houdt aan: plagiaat!

Help! Heb ik de boel belazerd? Niet bewust. Maar maak dat maar eens duidelijk.

Onder het kopje ‘Is het echt waar wat ik denk’ staat het verhaal van een cliënt die zich waardeloos voelt omdat ze een simpele opdracht niet kan uitvoeren (p,108). Destijds vroeg ik haar wat haar had geholpen om van dat gevoel af te komen. Dat waren vier vragen die een vriendin haar had voorgehouden. In het boek staat: “Een trouwe vriendin legde haar de vragen voor die haar zelf ook helpen…” Daarna vermeld ik die vragen. Het is een aardige variant op de vragen die ik normaal gebruik.

Is dat plagiaat? Had ik moeten uitzoeken aan wie ze die vragen ontleende? Wellicht. Een volgende keer zal ik in ieder geval nog voorzichtiger zijn met dit soort dingen.

Herstel 

Hoe herstel je je emotionele evenwicht na zo’n al of niet terechte beschuldiging? Zelf ben ik van mijn stress afgekomen door mijzelf die vier vragen van Byron voor te leggen.

Dit zijn ze.

Is het echt waar dat je faalt en waardeloos bent, kun je dat bewijzen?

Heb ik gefaald omdat ik de vragen zoals de cliënt die mij voorhield heb gebruikt in mijn boek zonder me af te vragen waar die vragen vandaan komen?

Het gebeurt vaak dat ik cliënten vraag wat ze geholpen heeft als ze zich beter voelen. Soms is het door iets van de behandeling, maar vaak genoeg ook door een boek dat ze lezen of door een gesprek met een goede vriend of vriendin. Als ik denk dat anderen daar mogelijk ook mee geholpen zijn, dan schrijf ik dat op en soms komt dat in een column terecht of in een boek. Doorgaans vraag ik de cliënt toestemming om te citeren, maar als ik iemand niet meer zie, schiet dat er wel eens bij in. Ik let er altijd op dat mijn cliënten niet worden herkend in de beschrijvingen die ik gebruik en verander namen, beroepen, geslacht en omstandigheden. Als het psychologisch mechanisme maar duidelijk wordt. In dit geval was mijn bedoeling goed en heb ik over het hoofd gezien dat een ander het als plagiaat kon zien.

Is het echt helemaal zeker dat het waar is dat ik faal?

Natuurlijk maak ik wel eens een fout, schiet ik wel eens tekort, maar dat betekent niet dat ik als mens faal. Met deze zelf kwellende gedachten kan ik maar beter stoppen, zeg ik tegen mezelf, net als mijn cliënte dat zei. Ik ben oké, ook al doe ik wel eens iets fout.

Hoe reageer ik en wat gebeurt er als ik in deze gedachte geloof?

Ik schaam me. Dat brengt me terug naar een jeugdervaring. Ik werd beschuldigd een zonnebril kapot te hebben gemaakt. Ik bloosde toen me werd gevraagd of  ik het had gedaan. De blos was voor de ander het bewijs van mijn schuld. Al had ik het niet gedaan, ik voelde me naar, omdat de ander me als schuldig zag. 

Wie ben ik zonder deze gedachte?

Zonder die gedachte verdwijnt de schaamte, en verdwijnt het gevoel te falen. Het is een simpele en effectieve vraag. Deze vraag sprak mijn cliënt ook aan. Ze dacht: Ik ben gewoon net zo oké als ieder ander. Deze bevestiging komt uit haar therapie met EMDR, waarin ze had gewerkt aan ervaringen waarop ze een negatief zelfbeeld baseerde.

De vier vragen van Katie Byron hebben me geholpen de gevoelens van stress te bestrijden die het gevolg waren van de beschuldiging van plagiaat. Het werkzame erin is dat je niet onnodig er een schepje bovenop doet en jezelf afwijst, maar inziet dat je soms fouten maakt en soms onterecht van iets beschuldigd kan worden. Eerder een reden voor wat vlijt, dan voor zelfverwijt.



vrijdag 10 april 2015

Vroeginterventie na het overlijden van een kind

Een bedrijfsarts meldde een medewerker aan wiens zoontje aan kanker was overleden. De man hervatte twee weken na de begrafenis weer het werk. De bedrijfsarts maakte zich daar zorgen over. Hij was bang dat de man door te gaan werken het verlies niet onder ogen wilde zien. Misschien ging dat een jaar goed, maar dan was de kans toch wel groot dat hij compleet zou instorten, vreesde de bedrijfsarts.

Als je kijkt naar de cijfers over ziekteverzuim, dan kun je je de zorg van de bedrijfsarts wel voorstellen. Gemiddeld verzuimen mensen die een kind of partner verliezen 92 dagen (mannen). Bij vrouwen ligt dit iets hoger: 105 dagen (Arboned). Veertig procent van de beter melders meldt zich later weer ziek. De helft van de mensen keert na een dergelijk verlies geheel terug en een kwart in het geheel niet.

Behandelen

De vraag is of je zo iemand meteen moet behandelen of een jaar moet wachten. Meestal komt het namelijk vanzelf wel goed. Toch heb ik in dit geval direct EMDR toegepast.  Het had goed kunnen gaan, maar hij gaf aan zich alleen in het werk een beetje goed te voelen. Hij vond het moeilijk te rouwen en het verdriet te delen met zijn gezin.

Uitstellen

Jos de Keijser, bijzonder hoogleraar in complexe rouw bij de R.U. Groningen, vindt dat je in dit soort gevallen toch beter een jaar kunt wachten met behandeling. Hij sprak hier onlangs over op een congres voor bedrijfsartsen. “Wacht eerst een jaar watchful af, voordat je naar EMDR verwijst,” raadde hij aan, “want tachtig procent van de mensen die op een natuurlijke wijze iemand verliest herstelt uit zichzelf. Je kunt je wel onmiddellijk op het trauma richten, maar niet op de rouw. Dat kan iemand beter met familie delen.”

Direct helpen

Maar je hoort ook andere geluiden. Barend van Tussenbroek, klinisch psycholoog-psychotherapeut en hoofd van het kenniscentrum Militaire Geestelijke Gezondheidszorg, bepleitte op hetzelfde congres om bij de dood van een naaste juist snel te behandelen met EMDR. Als voorbeeld gaf hij de situatie van soldaten in Afghanistan die meemaakten dat een medesoldaat op een bermbom was gelopen. Omsingeld door de Taliban konden ze het lichaam van hun collega niet bergen. Een dag lang stonden ze in de hitte zonder iets te kunnen doen, terwijl ondertussen de Taliban berichtte over de laffe soldaten die niet eens hun collega durfden op te halen. Uiteindelijk is het stoffelijk overschot met een helikopter geborgen en naar de basis gebracht waar militairen afscheid konden nemen van hun collega. De militairen die na deze dramatische gebeurtenis Van Tussenbroek consulteerden, omdat zij niet goed konden slapen en zich niet meer konden concentreren, werden door hem ter plekke behandeld. Waarom wachten, vroeg hij zich af, als je ook meteen de pijn en de stress, ofwel de eerste rouwreacties, kunt behandelen?

Dilemma

Het blijft een dilemma. Er valt zeker iets te zeggen voor het argument van De Keijser, dat je als behandelaar niet op de stoel van de familie moet zitten. Toch pas ik in dit soort gevallen vaak snel EMDR toe. Ik denk dat het juist helpt bij het delen van het verdriet. Mijn patiënt lukte het door EMDR er meer te zijn voor zijn gezin en het werk wat los te laten. De balans werk-privé werd beter.

Moeten we bedrijfsartsen aanraden mensen snel door te sturen bij rouw en verlies naar EMDR? Als je erop wilt reageren, graag.

Tip: Jos de Keijser toonde een geweldige video over hoe een zus de moord op haar zus met EMDR verwerkt.
_______

Deze blogpost staat ook als column in EMDR-Magazine april 2015


donderdag 11 december 2014

Stress nadelig voor brein

Chronische stress tast de cognitieve vermogens aan en verhoogt het risico op Alzheimer en dementie. Alle reden om iets aan die stress te doen.

In 2013 concludeerde psycholoog dr  Arno van Dam in zijn proefschrift dat cognitieve prestaties van burn-outpatiënten op aandachtstaken slechter zijn dan die van de gezonde controlegroep. En onlangs wees Mark Greenberg met zijn collega’s erop dat chronische stress tot Alzheimer en dementie kan leiden. Dit zijn twee voorbeelden van onderzoek naar het effect van chronische stress op onze hersenen.

Uit het onderzoek van Van Dam komt naar voren dat mensen nog zo gemotiveerd kunnen zijn om cognitieve prestaties te leveren, maar het lukt ze gewoon niet als ze langdurig gestrest zijn. Ze spannen zich wel in, maar ze kunnen het niet. Ongeveer een derde deel van de groep is hierdoor chronisch gedemotiveerd. Weliswaar neemt de ernst van de cognitieve beperkingen in de loop van de jaren af, maar 2 jaar later blijft de achterstand aanwezig. Volgens Arno van Dam is het gevoel van uitputting van mensen met burn-outklachten niet het kernsymptoom, maar het gevolg van de stressgerelateerde cognitieve beperkingen. Kortom: je bent niet uitgeput door de inspanning die je levert, maar doordat je hersens niet meer doen wat ze zouden moeten doen.

Op het spoor gezet door dit soort onderzoek doe ik samen met onderzoekers van de VU ook onderzoek naar de cognitieve prestaties van mensen met burn-out klachten. We kijken naar hoe iemand haar aandacht bij een onderwerp kan houden en hoe het werkgeheugen functioneert. Het werkgeheugen speelt een rol bij actieve denkprocessen. Andere aandachtspunten zijn het leervermogen en de geheugenspanne. Voorlopige resultaten laten zien dat de cognitieve prestaties door burn-out achteruit zijn gegaan.

Cognitieve klachten

Cliënten die zich gebeurtenissen niet goed kunnen herinneren, kleine dingen van het werk niet los kunnen laten, en maar blijven piekeren en malen, stuur ik tegenwoordig door naar de onderzoekers van de VU. De veronderstelling is dat deze cliënten door de stresshormonen die ze aanmaken hun aandacht niet vast kunnen houden. De reacties op wat er in de omgeving gebeurt zijn intens en emoties worden moeilijk onder controle gehouden. Het lijkt erop dat de prefrontale cortex, het rationele brein, de emoties niet goed meer afremt.

De cognitieve beperkingen van burn-out kun je niet zomaar veranderen door het denken, het copinggedrag of de motivatie te veranderen. De psychofysiologie zal moeten veranderen, ofwel: de stresshormonen moeten meer in evenwicht komen. Maak in de komende vakantieperiode tijd vrij voor de volgende tips.

Tien tips voor een ontspannen, offline brein

  1. Ga wandelen. Span je matig in en geniet daarna van een heerlijk gevoel van ontspanning. Je smartphone hoeft niet altijd mee.
  2. Eet gezond. Mijd teveel zoetigheid, koffie en cola. Experimenteer met superfoods, waaronder quinoa.
  3. Drink meer dan 2,5 liter per dag. Alles telt. Daardoor verteer je de vezels van je voeding makkelijker en voorkom je een geïrriteerde darm of andere maag-darmklachten.
  4. Mediteer. Doe de Bergmeditatie of zitmeditatie om negatieve gevoelens te accepteren en vervolgens los te laten.
  5. Voer een piekerkwartiertje in, schrijf de piekergedachten op en verscheur ze daarna.
  6. Leg ’s avonds om een uur of acht je smartphone in een mandje op de gang. Zo kun je ongestoord ergens in opgaan of kletsen.
  7. Ga op vaste tijden naar bed en sta op een vast tijdstip op. Neem niet je smartphone of Tablet mee naar bed, want dat verstoort de melatonine-aanmaak, het slaaphormoon.
  8. Voer een e-mailvrije dag per week in of boek een vakantieplek zonder wifi of tv (wifivrij.nl, the quardian.com/holidays without wifi, travel.usnews.com/gallery/Best_Hotels_without_Internet)
  9. Simplify your life door op te ruimen en weg te gooien. Doe mee met de Minimalism Game, een spel waarbij je een maand lang spullen weggooit.
  10. Doe dagelijks ongevraagd iets voor een ander zonder iets terug te verwachten.